Voorbij Gibraltar

Moorse motieven
Arno leest voor:

Het contrast kan niet groter zijn. Eerst de jachtige chaos van de souk met zijn 1001 verkopers in even zoveel winkeltjes en de stroom van kopers en koeriers die zich door de smalle steegjes wurmen. Nu de zalige rust van de wonderschone patio in de El Attarin Medresse in het hart van de medina Fez el Bali. Het gebouw straalt rust uit ondanks de schijnbare overdaad aan decoraties in gevarieerde patronen. Op de vloer liggen tegels in zwart en wit. Het onderste deel van de wanden is bedekt met een mozaïekwerk van gekleurde tegeltjes in een geometrisch patroon. Daar boven zit sierstucwerk met Koranteksten en complexe ruimtelijke patronen, uitgesneden in het pleisterwerk. De hoge delen van de wanden zijn bedekt met donker cederhout dat geheel bewerkt is met stilistische patronen.

Het is kenmerkend voor de islamitische kunst dat zelden mensen of andere levende wezens worden afgebeeld, maar wel vaak geometrische figuren en gekalligrafeerde teksten. Afbeeldingen van God komen helemaal niet voor. God is volkomen transcedent en kan daarom niet afgebeeld worden. In het Marokkaans  mozaïekwerk, zellige of zelij genoemd, is de abstracte decoratieve kunst tot grote bloei gekomen. Het mozaïek wordt gelegd met, handmatig op maat geslagen, geglazuurde aardewerk tegeltjes, in natuurlijke kleuren blauw, groen en geel, zwart en wit. Een afzonderlijk tegeltje kan vierkant, langwerpig, ster-, kruis- of pijlvormig zijn. Echter zodanig van vorm dat daarmee ingewikkelde geometrische patronen gelegd kunnen worden, die tot in het oneindige kunnen uitdijen.

Hoe waren de handwerkslieden en architecten al in de Middeleeuwen in staat deze ingewikkelde grote mozaïeken te maken? De meeste patronen kunnen met rechthoek en gradenboog getekend worden. Er zijn echter ook patronen die daarvoor te complex zijn. De kennis om die te construeren was verloren gegaan, maar is recentelijk door wiskundigen weer boven water gehaald. Het blijkt dat vijf zogenaamde Girih tegels (van het Perzische woord ‘knoop’) de fundamentele bouwstenen vormen. Elke zijde van elke tegel is even lang en de hoeken zijn (een veelvoud van) 36 graden. Op de tegels zijn rechte lijnen getrokken, de Girih, die op het middelpunt van de zijden uitkomen. Waar tegels elkaar raken vormen lijnsegmenten een rechte lijn. Met de Girih tegels kunnen oneindig veel patronen gelegd worden en met de daarop getekende Girih lijnen worden de mozaïekpatronen getekend. Het zal geen toeval zijn dat in de Middeleeuwse islamitische wereld, waar wiskunde, sterrenkunde en  andere wetenschappen op hoog niveau werden beoefend, een dergelijke kunst tot bloei kon komen.

De meest indrukwekkende Moorse kunst en architectuur zien we niet in Marokko, maar in Andalusië, Spanje. De Moorse overheersing van Spanje duurde van de achtste tot de vijftiende eeuw. In Granada bezoeken we het Alhambra. Hier heerste van de dertiende tot de vijftiende eeuw de dynastie van de Nasriden. Hun paleizen zijn prachtig gedecoreerd met zeer gevarieerde zellige en sierstucwerk. Karel V die zelf een plomp Renaiscencepaleis op het Alhambra bouwde was zeer onder de indruk van de oude Moorse paleizen. Dat was twee eeuwen eerder Peter I van Castillië ook al toen die in het op de Moren veroverde Sevilla een nieuw paleis liet bouwen. Dit Alcazar is een wonderschoon gebouwencomplex. Moorse bouwmeesters ontwierpen prachtige ruimtes, binnen en buiten, en decoreerden die uitbundig. De nieuwe heerser toonde groot respect voor de culturele erfenis van de overwonnenen.