Voorbij Gibraltar

Tajin
Arno leest voor:

Op de eerste dag van ons zevendaagse verblijf in de vallei van Anergui lopen we met onze gids Bennasir naar het dorp, waar vandaag de weekmarkt plaatsvindt. De handelaren hebben hun waren uitgestald op kleden op de stenige riviervlakte nabij het dorp. Er is niet veel meer te koop dan uien, wortelen en aardappels. De pakezels staan even verderop roerloos te wachten op het einde van de markt.

Voor ons, toeristen, is er weinig te beleven in het dorp. We lopen de dorpsstraat op en neer en ik voetbal met de dorpsjeugd op het stoffige pleintje. Met lunchtijd brengt Bennasir ons naar het café waar Saïd, de eigenaar van onze gîte, en zijn vriend al aan een tafeltje zitten. We lunchen samen en we krijgen tajin met brood. Voor Roelie en mij worden borden en bestek gehaald. De heren eten met hun handen.

De tajin is een aardewerken schaal met een kegelvormige deksel. Deze stoofpot wordt direct van het vuur op de tafel geserveerd. De gerechten worden ook met de naam tajin aangeduid. De ingrediënten worden op een matig vuur verwarmd. Het vocht verdampt, condenseert tegen de deksel en vloeit terug in de schaal. De bereidingstijd is ten minste twee uur. Traditioneel verwarmt men de tajin op een aardenwerk stoofje met gloeiende houtskool als warmtebron. Tegenwoordig wordt vaak een gaspit gebruikt met vlamverdeler.

Er kan oneindig gevarieerd worden met ingrediënten. Wij eten bij de Berbers in het Atlasgebergte vooral tajin met wortel, aardappel, tomaat en ui, met stukken vlees, kip, schaap of geit. Soms worden paprika’s, olijven of bonen toegevoegd. Onontbeerlijk zijn de traditionele kruiden, verzameld in het mengsel Ras al Hanout. Vrij vertaald betekent dit ‘het beste van de winkel’. Elke handelaar stelt zijn eigen mengsel samen. Veel gebruikte kruiden zijn piment, bosbessen, kardemon, kaneel, kruidnagel, cubebes, galangawortel, gember, foelie, nigella, nootmuskaat, zwarte peper en kurkuma.




Bekijk dit filmpje over het maken van een Marokkaanse tajin met lamsvlees